Telefoon: 0418 - 579 442 | E-mail: info@goestenopdam.nl

Tips voor de ondernemer – 2019

Tips voor de ondernemer – 2019
21 november 2019 beheerdergoestenopdam

Optimaliseer investeringsaftrek

De investeringsaftrek is een fiscale subsidie op investeringen. Boven een investeringsbedrag van € 57.300 geldt dat des te hoger de investering, des te lager het bedrag van de investeringsaftrek. Het kan voor u gunstig zijn bedrijfsinvesteringen over meerdere kalenderjaren te spreiden. Door een investering nog juist wel of juist niet in 2019 te doen, kunt u profiteren van een zo hoog mogelijke aftrek. Onder investeren wordt verstaan “het aangaan van verplichtingen”. Dit betekent dat u investeert als u de offerte accepteert. Daarbij is ook van belang dat – als u ook aftrek wilt in 2019 – dat dan het bedrijfsmiddel in 2019 in gebruik moet zijn genomen of er voldoende moet zijn (aan)betaald.

Andere investeringsfaciliteiten, zoals EIA, MIA en Vamil

Naast de investeringsaftrek zijn er nog andere investeringsfaciliteiten. Wanneer u milieuvriendelijk of energiezuinig investeert kunt u wellicht gebruik maken van de energie-investeringsaftrek (EIA), de milieu-investeringsaftrek (MIA) of de willekeurige afschrijving op milieubedrijfsmiddelen (Vamil).

Voor toepassing van de EIA en de MIA / Vamil moet u investeren in nieuwe bedrijfsmiddelen die zijn opgenomen op de Energie- en Milieulijst 2019. Vraag uw leverancier of onze adviseurs op tijd of een investering wellicht in aanmerking komt voor de EIA, MIA en/of Vamil.

Voor toekenning van EIA en MIA / Vamil is het vereist dat u de investering tijdig meldt bij RVO.nl, namelijk binnen drie maanden nadat u de investeringsverplichting bent aangegaan. U investeert als u de offerte accepteert. Bent u te laat met de melding, dan komt u niet in aanmerking voor de aftrek!

Kijk uit voor een desinvesteringsbijtelling

Heeft u in 2015 gebruik gemaakt van de investeringsaftrek en wilt het desbetreffende bedrijfsmiddel verkopen, wacht dan met verkoop tot 2020. Hiermee voorkomt u dat een gedeelte van de genoten investeringsaftrek moet worden terugbetaald.

Voorkom verliesverdamping

Ondernemers die over een bepaald jaar een verlies lijden, mogen dat voorwaarts of achterwaarts verrekenen. De behaalde winst wordt dan verminderd met het verliesbedrag. Voorwaarts wil zeggen: verrekenen met in de toekomst behaalde winsten (voor verliezen van vóór 2019 maximaal 9 jaar na het verliesgevende jaar). Achterwaarts wil zeggen: verrekenen met een winst in het voorgaande jaar.

Indien u een verlies heeft staan uit het jaar 2010, is het noodzakelijk dit verlies nog dit jaar te verrekenen met winsten. Volgend jaar kan het namelijk niet meer. Wie in 2019 weinig of geen winst heeft gemaakt, kan winst maken door bijvoorbeeld bezittingen of een pand met grote meerwaarde te verkopen aan een gelieerde BV dan wel een samenwerkingsverband aan te gaan. Dit moet dan nog wel in 2019 worden geregeld.

Gebruik uw herinvesteringsreserve

Voor de boekwinst behaald op een bedrijfsmiddel kan een herinvesteringsreserve worden gevormd. Deze boekwinst mag dan (onder voorwaarden) worden afgeboekt op een nieuw bedrijfsmiddel. Als in 2016 een herinvesteringsreserve is gevormd, dient u voor het einde van 2019 een herinvestering te doen. Doet u dit niet, dan valt de reserve in beginsel vrij in de winst en wordt deze belast. Haast is dan ook geboden. Enkel in zeer bijzondere omstandigheden kan de termijn voor het aanhouden van een herinvesteringsreserve worden verlengd.

Beloon uw meewerkende partner

Als de partner meewerkt in de onderneming, kan het voordelig zijn om daarvoor een arbeidsbeloning te geven. Bij een vergoeding van € 5.000 of meer is deze bij de ondernemer aftrekbaar en bij de partner belast. Er kan dan wellicht een tariefvoordeel worden behaald en mogelijk bestaat recht op extra heffingskortingen. Wilt u dit jaar nog gebruik maken van de fiscale voordelen van het belonen van de meewerkende partner, zorg dan dat de beloning nog in 2019 wordt uitbetaald aan de partner.

Salaris voor uw kinderen

Als uw kinderen meewerken in het bedrijf kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om hen salaris uit te betalen. Vanaf 13 jaar mogen kinderen al sommige werkzaamheden verrichten. Ze kunnen bijvoorbeeld meehelpen in de winkel of  in het bedrijf van hun ouders. Dit mag alleen bij een bedrijf aan huis.

Afhankelijk van de fiscale situatie van het kind en de ouder(s) hoeft het meewerkende kind geen inkomstenbelasting te betalen over het ontvangen loon en krijgen de ouders een aftrekpost tegen maximaal 45%. Het voordeel kan dan oplopen tot enkele duizenden euro’s op jaarbasis.

Uw kinderen hoeven niet altijd in de loonadministratie te worden opgenomen. Afdracht van werknemersverzekeringen kan vaak achterwege blijven. Wilt u nog dit jaar uw kinderen belonen voor hun werkzaamheden, zorg dan dat de beloning vóór 31 december wordt uitbetaald.

Benut voordelen bij bedrijfsopvolging

Het (gedeeltelijk) schenken van uw onderneming of aandelen in uw BV kan fiscaal op een voordelige wijze. Er is géén schenkbelasting verschuldigd als de onderneming een waarde heeft van € 1.085.000. Is de waarde hoger, dan is van het meerdere 83% vrijgesteld. Er wordt dan 17% belast tegen (bij een schenking van ouder aan kind) een tarief van maximaal 20%. Het belastingtarief is dan slechts 3,4% (20% van 17%) van de waarde van de schenking. Het ministerie van Financiën geeft al langere tijd aan dat men deze regeling wil versoberen. Zorg daarom dat u tijdig gebruik maakt van deze zeer profijtelijke regeling.

Dien de WBSO-aanvraag tijdig in

Als uw onderneming het voornemen heeft om per 1 januari 2020 S&O-werkzaamheden te starten, moet tijdig een WBSO-aanvraag worden ingediend. Heeft u werknemers dan moet de aanvraag uiterlijk 30 november 2019 zijn ingediend. Voor ZZP’ers geldt de deadline van 1 januari 2020. Bewaak daarom deze termijnen goed.

Subsidie voor de glastuinbouw

Bij de behandeling van het Belastingplan 2020 is door de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin het kabinet wordt verzocht ervoor te zorgen dat de glastuinbouw een beroep kan doen op de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE+) voor de verduurzaming van kassen, voor de aanschaf van zonnepanelen en voor geothermie. Daarnaast moeten de consequenties van het stijgende ODE-tarief voor de glastuinbouw worden bewaakt. De bal ligt derhalve nu bij het kabinet om de motie om te zetten in wetgeving.

Benut de werkkostenregeling optimaal

Wij raden u aan te controleren of de werkkostenregeling optimaal wordt benut. U kunt bijvoorbeeld nagaan of u de vergoedingen en verstrekkingen die u in 2019 aan uw werknemers hebt gegeven, correct is verwerkt en waar gewenst hebt aangewezen. U kunt na afloop van het jaar niet alsnog vergoedingen en verstrekkingen aanwijzen. Ook is deze controle een goede gelegenheid om te inventariseren of u voor het komende kalenderjaar rekening moet houden met extra werkkosten ten opzichte van het afgelopen jaar.

Elektrisch rijden in 2019

Denkt u er over om een elektrische auto aan te schaffen, dan kan het voordelig zijn dit nog in 2019 te doen. De bijtelling wordt vanaf 2020 verhoogt van 4% voor auto’s met een cataloguswaarde van minder dan € 50.000 naar 8% voor een auto met een cataloguswaarde van minder dan € 45.000. De bijtelling voor auto’s met een cataloguswaarde boven de € 50.000 (2019) en € 45.000 (2020) blijft 22%. Dit percentage geldt alleen voor zover de cataloguswaarde hoger is dan € 50.000 en € 45.000. De tenaamstelling van de auto moet wel in 2019 plaatsvinden. Het lage bijtellingspercentage geldt dan voor 60 maanden. De komende jaren zal overigens de bijtelling voor elektrische auto’s ieder jaar stapsgewijs worden verhoogd.

Koop een fiets voor uw medewerkers

Met ingang van het nieuwe jaar is er een nieuwe fietsregeling. Als de werknemer een fiets ook privé mag gebruiken, geldt er (net als bij de auto) een bijtelling. De bijtelling is jaarlijks 7 procent van de oorspronkelijke nieuwwaarde van de fiets. Voor bijvoorbeeld een elektrische fiets van 2.000 euro is de bijtelling 140 euro. Uitgaande van een belastingtarief van 37,35 procent leidt dat tot een belastingheffing van minder dan 5 euro per maand voor de werknemer. De bijtelling geldt alleen bij terbeschikkingstelling van een fiets. Als de fiets eigendom wordt van de werknemer, gelden andere regels.

Nieuwe Wet Arbeidsmarkt in Balans

Op 1 januari 2020 treedt de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) in werking. De belangrijkste wijzigingen zetten wij voor u op een rijtje:

  • Vanaf 2020 wordt het mogelijk om gedurende een periode van drie jaar (in plaats van twee jaar) maximaal drie elkaar opvolgende contracten voor bepaalde tijd aan te gaan, voordat sprake is van een contract voor onbepaalde tijd. Daarnaast wordt evenals nu de keten pas doorbroken op het moment dat tussen twee arbeidsovereenkomsten zes maanden zitten. De nieuwe regeling zal zonder overgangsrecht direct vanaf 2020 van toepassing zijn op bestaande tijdelijke contracten.
  • Werknemers hebben op dit moment pas recht op een transitievergoeding (ontslagvergoeding) als zij twee jaar in dienst zijn geweest. Met de inwerkingtreding van de WAB krijgen werknemers dat recht direct vanaf de aanvang van het contract. De transitievergoeding bedraagt een derde maandsalaris per gewerkt jaar. Per 1 januari 2020 komt de hogere transitievergoeding voor oudere werknemers te vervallen. Ook wanneer werknemers langer dan tien jaar bij hun werkgever in dienst zijn, hoeft de werkgever voor hen geen hogere transitievergoeding meer te betalen.
  • De WAB introduceert het begrip ‘oproepovereenkomst’ in de wet. Daarvan is sprake als de omvang van de arbeid niet is vastgelegd in de arbeidsovereenkomst en een werknemer geen recht heeft op loon wanneer hij of zij geen arbeid verricht. Bij een oproepovereenkomst gelden voor de werkgever de volgende nieuwe regels:
  1. de werkgever moet de werknemer ten minste vier dagen van tevoren oproepen;
  2. als de werkgever de oproep intrekt, dan heeft de oproepkracht toch recht op loon over de opgeroepen periode;
  3. als het contract met de oproepkracht een jaar heeft geduurd, dan moet de werkgever de werknemer een aanbod voor een contract met een vast aantal uren doen.
  • Payrollwerknemers krijgen dezelfde arbeidsvoorwaarden als gewone werknemers van de inlener die hetzelfde werk doen. Hetzelfde geldt voor werknemers die door een personeels-bv binnen uw concern worden uitgezonden. Maakt u gebruik van payrolling of hebt u een personeels-bv, dan zal de WAB meer kosten met zich mee brengen!

Let op met ZZP’ers!

Als u ZZP’ers inhuurt, heeft u op grond van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA) de verantwoordelijkheid om de arbeidsrelatie met de ZZP’er te beoordelen. De handhaving van de Wet DBA is uitgesteld tot 1 januari 2021. Een uitzondering geldt voor kwaadwillenden, waarbij wel gehandhaafd kan worden. Per 1 januari 2020 zal de Belastingdienst echter al verscherpt toezicht houden op schijnzelfstandigheid. Vanaf die datum kan de Belastingdienst ook handhaven wanneer opdrachtgevers aanwijzingen van de Belastingdienst niet (of in onvoldoende mate) binnen een redelijke termijn opvolgen.